Analytics

Posts tonen met het label leeswolf. Alle posts tonen
Posts tonen met het label leeswolf. Alle posts tonen

donderdag 10 januari 2013

Arcana - de dame van praag





Arcana- De dame van Praag

RS, kort voor RetroSynchroniciteit of de theorie die zegt dat toeval niet bestaat,  is de drijvende kracht achter de Arcana reeks. Retrosynchroniciteit gaat er van uit dat bepaalde personen, de meeste ervan met paranormale capaciteiten, aan de hand van een katalysator de loop van de gebeurtenissen rondom hen kunnen aanpassen. In de Arcana reeks komen die katalysatoren in de vorm van vreemde speelkaarten. Ze lijken een beetje op tarotkaarten, maar onderscheiden zich ervan door hun aantal. Een spel tarotkaarten telt exact 78 stuks, terwijl van de RS kaarten die in Arcana de hoofdrol spelen er wel duizenden lijken te bestaan. Allen anders. Hun aantal groeit elk jaar door het werk van de maestro’s, de tekenaars met uitzonderlijke gaven die zelf nieuwe kaarten kunnen creëren.  Arcana speelt zich af in de moderne tijd. Een Amerikaanse organisatie, Stargate genaamd, heeft zich gespecialiseerd in het onderzoeken van de retrosynchroniciteit en zoals het cliché over alle Amerikaanse overheidsinstellingen vereist zijn ze hier en daar in zaakjes betrokken die het daglicht beter niet kunnen zien. De dame van Praag is een echte thriller. Een stevig bewaakt schip uit de Stargate vloot wordt aangevallen. Een klein team commando’s slaagt met een brutale aanval erin om Stargate’s verdediging te doorbreken. Hun doel is duidelijk. Het schip is een drijvende gevangenis. Diep in de buik van het schip is de jonge Guido Dellacorte gehuisvest. Dellacorte, sinds 1995 bij Stargate, is een van de sterkste maestro’s die Stargate ooit gezien heeft. De kaarten die deze jongeling creëert horen bij de machtigste die de Stargate organisatie ooit in huis heeft gehad.  De commando’s komen om zijn bloed. Walter Duncan, een agent van het niveau boer, wordt na het fiasco in de Guatemalteekse jungle opgeroepen om De Dame van Praag een bezoekje te brengen. Het was immers zij die in de jaren ’90 erin slaagde om verscheidene maestro’s te rekruteren.  Stargate is immers een maestro kwijt en de rangen moeten worden aangevuld. De Dame Van Praag moet een uitkomst bieden.  Duncan slaagt er in om met deze machtige speelster contact te maken en leert op korte tijd ongelofelijk veel over de talenten die in elke speler verborgen zitten. Het wordt al snel duidelijk dat het Vaticaan samen met de machtige Italiaanse families achter de aanslag zitten. Voeg daar een paar guerrilla- nonnen aan toe en je hebt vuurwerk. Pecau voert Mater Catarine op. Deze oude non is een sterk wapen in het Vaticaanse arsenaal. De dame van Praag lijkt soms een mix van Star Wars (P36, Mater Catarine doet erg aan The Emperor denken) met the Godfather (scene in het Vaticaan). Pecau lijkt voor elke editie in zijn uitgebreide collectie aan reeksen wel wat te lenen uit de verhalen die we allemaal in ons collectief geheugen hebben zitten. Kan ook toeval zijn…


donderdag 3 januari 2013

De Meute


Huurlingen – De meute van de Griffioen
De meute is oud geworden. Heer Griffioen en zijn huurlingen zijn jaren geleden uit elkaar gegaan en de oude krijgsheer is, net als zijn oorlogshonden, grijs geworden.  Heer Griffioen, die nu bekend staat als landheer Kam-Um leeft vredig op zijn landgoed aan de rand van de orcse beschaving. Samen met zijn intendant Mo-Kua is hij de laatste verdedigingslinie tegen een groot kwaad dat de 8 orcse stammen van het eiland beschermt. Welk kwaad? Honderden jaren geleden verenigde de zoon van een Orc en een half god het eiland van de Orcen. Na zijn dood verdeelden zijn negen zonen het keizerrijk van de vader. De sluwste van de broers, vervuld van afgunst en bezoedeld door het pact met een eeuwenoude geest-demon, zette zijn broers zodanig tegen elkaar op dat de oorlog die volgde het eiland bijna verscheurde.  Toch zou de sluwe Su-Gi uiteindelijk ten onder gaan. Als de dapperste van zijn zussen in een poging de conflicten te doen stoppen de valse broer dodelijk kan verwonden,  ontsnapt de geest-demon. Alle veten tussen de broers worden vergeten en samen trekken ze een magische barrière op tegen de duistere krachten van de oude geest-demon. De oude barrière is afgezwakt en de kleine dorpjes in de schaduw van de muur worden steeds vaker getergd door aanvallen van Goels, duistere Orcen die onder invloed van de geest-demon helemaal gek zijn geworden. Heer Griffioen is op zichzelf en zijn intendant aangewezen, de shogun van Nio maakt geen aanstalten zijn land te helpen verdedigen. Het is tijd om de meute weer bijeen te roepen. Maar zou scheurtand, grauwdans, heraut en vrouwe vlinder zich hun oude geloften nog kunnen herinneren?
Huurlingen is een pareltje. U leest dat goed. Een pareltje. Een eiland vol met Orcen? Samoerai orcen? Een oude huurlingen meute die ondanks alles zichzelf terug achter een vergeten banier schaart?  Moet ik nog doorgaan? De Meute van de Griffioen is een mix van shogun, spaghetti western en heeft een verhaallijn die al in vele Hollywood films ten berde is gebracht. Het “Let’s get the gang back together” effect werkt op het grote scherm (Ocean’s 11, The Rat pack, Unforgiven, Wyatt Earp, etcetera) en in stripvorm is het om duimen en vingers bij af te likken. Het verhaal staat sterk op zich en zou zich perfect met menselijke hoofdpersonages kunnen uitrollen. Ik ben erg blij dat Jarry, Deplano en Fabris voor Orcs gekozen hebben.  Jarry kennen we nog van Les Brumes D’asceltis (in een mistig verleden nog vertaald en uitgegeven door Talent Uitgeverij) en het meer recentere Blackwood. Jarry dist humor en fantasy op die door Italiaanse meester Paolo Deplano van  Wizards of The coast waardig artwork voorzien wordt. Haal deze editie in huis en bestel meteen de volgende, dat ga ik ook doen.

woensdag 28 november 2012

Wederom: stoefen

Weer gepubliceerd! Joy!


De leeswolf.

Ik heb een copyright claim moeten tekenen, dus ik mag mijn recensies niet meer posten, maar afgaande op de recentste zending heb ik de indruk dat ze tevreden zijn over mijn werk! Wat een stapel!

vrijdag 15 juni 2012

Michel Vaillant - Recensiewerk



Michel Vaillant – De Grote match kwam voor het eerst als alleenstaand album uit in 1959 nadat auteur Jean Graton eerst een paar testjes met zijn nieuwe personage draaide in weekblad Kuifje, waar Graton toen aan de slag was. 70 albums later brengt Dupuis De Grote Match opnieuw uit in een complete restyling zonder de eigenheid van het origineel te loochenen. Op de hardcover versie van De Grote Match staat aan de binnenkant een overzicht van de vele Vaillantes die Michel Vaillant tijdens zijn eindeloze carrière heeft bestuurd. Meteen daarna? Een luxueuze replica van een ex libris uit ’57!  Aaaaaah nostalgie!  Gratons werk heeft dat tijdloze waar slechts bitter weinig reeksen op kunnen bogen. Net zoals de eeuwige Robbedoes lijkt Michel Vaillant niet ouder te worden terwijl de autoracerij en het circus errond onverwijld blijft veranderen. Gratons vertelstijl moest ten tijde van Kuifje nog groeien: vakken worden vaak gevuld met tekst en dialoog die eigenlijk beschrijven wat er in de prent aan het gebeuren is (p63, Michel knielt naast Warson) en de inkleuring van Graton’s vrouw Francoise is ver verwijderd van de Photoshop meesterstukken die we momenteel voorgeschoteld krijgen. Het draagt enkel bij tot de sfeer! In de Grote Match krijgt de Vaillante stal een uitdaging voor de voeten geworpen. Na een editie van de grote prijs van Indianapolis klaagt een Amerikaans dagblad dat een Europeaan de titel wereldkampioen niet waardig zou zijn. L’eclair, het dagblad van Louis Latour (vriend aan huis bij de Vaillants) stelt een wedstrijd voor: de beste racers van de twee continenten nemen het tegen elkaar op tijdens vijf belangrijke Grand Prixs. Michel Vaillant wordt tegenover Steve Warson gezet en het wordt meteen duidelijk dat geen van beide kemphanen de strijd zomaar gewonnen zullen geven. De Grote Match  is een document over ver vervlogen tijden en geeft een mooi beeld van hoe de autoracerij in de late 50-ties er aan toe ging.  Graton schetst zijn ideale wereld: de mannen dragen maatpakken, vrouwen zijn wat dommige naïeve wezens die ver van de boze wereld moeten gehouden worden (p28,32,41,etc) en de kleine arbeider is blij en dankbaar voor zijn plaats aan de loopband. (op p29-30 krijgt de lezer een scene voorgeschoteld waar menig vakbondsleider van zou gaan rillen).  De Grote Match is op alle vlakken hopeloos verouderd: van de auto’s tot de denkbeelden, maar dat maakt helemaal niets uit. Deze heldenstrip brengt ons terug naar de kleine jongens/meisjes die we waren toen we De Grote Match voor de eerste keer lazen. Een brok pure nostalgie die doet uitkijken naar de volgende editie.
Kwaliteit: goed – graad: I gemakkelijk


Michel Vaillant – De gemaskerde racer
Dupuis lanceert via haar imprint Graton de reeks Michel Vaillant binnen hun segment Jong Volwassenen. De uitgeverij heeft de herdruk van de eerste 6 exemplaren aangekondigd. Het succes in de stripspeciaalzaak zal uitwijzen of de rest van de albums zal volgen.  De Gemaskerde Racer is net zoals de vorige editie voorzien van een knappe replica van een van Gratons ex -librissen. Waarschijnlijk nét datgene wat een twijfelende klant over de streep kan trekken! Gratons vertelstijl heeft in deze tweede editie van Michel Vaillant nog geen grote evolutie doorgemaakt, toch kan men al opmerken dat de auteur afstapt van al te grote blokken beschrijvende tekst en dat hij de lezer wat meer krediet geeft. Graton tekende de eerste 13 strips integraal voor hij in de jaren 60 een assistent in huis neemt. Deze edities baden dan ook nog in de nostalgie van de gentlemen racers. Het genre is niet voor iedereen, maar als document van de toenmalige zeitgeist is het best de moeite. De Vaillants genieten van wat welverdiende rust in hun riante villa in Roquebrune, net buiten het Prinsdom Monaco. Vader Henri en de jonge kampioen Michel zijn volop bezig met het testen van de eerste buitenboord Vaillante motor. Alles gaat van een leien dakje tot Michels oudere broer Jean-Pierre vanuit Parijs belt met de melding dat een geheimzinnige gemaskerde racer in een ongemerkte racewagen werd opgemerkt op het circuit van Essarts in Rouen. De mysterieuze onbekende blijkt met zijn spookwagen het ene na het andere baanrecord aan diggelen te rijden. Paniek in het Vaillante kamp: de huidige bolide waar Michel het nieuwe raceseizoen moet aanvangen is immers haar piek voorbij en een gerespecteerde producent als Vaillant kan het zich niet permitteren om in de Grand Prix wedstrijden (dit was een tijd waar Formule 1 nog niet bestond!) op de derde startrij te staan. Ondertussen blijft Jean-Pierre bij zijn vader Henri aandringen om een compleet nieuwe racewagen te bouwen, vader Vaillant ziet het nut er niet meteen van in, maar dat zou wel eens erg snel kunnen veranderen. 
Het zal nog een paar jaar duren voor Michel Vaillant een sterk vrouwelijk personage  in de rangen krijgt. De manier waarop vrouwen worden voorgesteld is typisch aan de periode voor de grote bevrijding van de jaren 60. Opvallend is dan ook dat de jonge knappe Agnes, die in de vorige editie De Grote match (Graton-2012) nog een grappende bakvis was in deze editie netjes in het rollenpatroon zit. Het Engels heeft er een mooi woord voor: quaint!
Kwaliteit: goed – graad: gemakkelijk

zaterdag 19 mei 2012

Recensiewerk - Mossad


Mossad (special operations) – De mol van het Elysée
Sven Allen, professor aan het Instituut voor Politieke Wetenschappen,  zit in een zeldzaam rustig hoekje van de Parijse Boulevard Saint-Germain koffie te drinken met zijn vriendin Jessie. Op een boogscheut van hun geflirt laat de ene na de andere geheim agent van Mossad het leven. Hetzelfde gebeurt in Malta, maar daar lijkt Yoni, Allens zoon, in het midden van de wervelstorm te zitten. Yoni is namelijk in zijn vaders voetstappen getreden en maakt deel uit van Mossad. Het enige verschil: vader zit niet langer in actieve dienst en is helemaal niet op de hoogte van zijn zoons avonturen. Maar dat zal niet lang meer duren. Na de aanslag volgt een wervelwind van geweld, intrige, politiek, het gekende recept. Allen zal terug de actieve dienst in moeten. En snel.
Mossad, kort voor HaMossad Le Modi’in ule Rakidim Meyuchadim kan letterlijk vertaald worden als ‘Instituut voor inlichtingen en bijzondere operaties’.  Het instituut, zoals het vaak genoemd wordt, is de Israëlische versie van het Amerikaanse Central Intelligence Agency, de geheime dienst dus. De Mossad beschouwt  zichzelf als de beste geheime dienst ter wereld. Op hun website zijn ze vrij open over hun activiteiten: beschermen van de grenzen, Joodse gemeenschappen waar dan ook ter wereld beschermen, informatie verzamelen, contraterrorisme,… het leest als een boodschappenlijstje. Maar als je de auteurs Bartoll en Rovero moet geloven is Mossad heel wat meer. En Bartoll zou het moeten weten: hij was immers jarenlang correspondent voor de grootste persagentschappen ter wereld en claimt redelijk wat actie van dichtbij gezien te hebben. Hij had misschien iets beter moeten kijken. Een spionagethriller pennen over de Mossad is een leuk idee, maar spijtig genoeg slagen de auteurs er niet in om iets echt boeiends te creëren. Bartolls vertelstijl is stijf, wat alle intriges (en er zijn er een hele hoop) doen overkomen als een opsomming. De myriade aan personages die Bartoll nodig heeft om zijn verhaal vorm te geven maakt dat je na pagina 20 moet beginnen terugbladeren om te kunnen blijven volgen. Daar heeft het genre wel vaker last van. Tekenaar Pierpaolo Rovero, alumni van de Disney Academy in Milaan, heeft een leuke tekenstijl, maar moet duidelijk tot het uiterste gaan om het broodnodige realisme te leveren dat een genre zoals de spionagethriller nodig heeft.  Het geheel is flets, wat door de erg donkere inkleuring van Véronique Robin niet wordt goedgemaakt, en komt niet verder dan het zoveelste verhaal over terrorisme, verstopte bommen en daddy issues.  Erg leuk onderwerp maar toch eentje om snel te vergeten.
Kwaliteit: ** matig
Moeilijk: II

dinsdag 8 mei 2012

Recensiewerk - Rik Remix


Rik Remix – David Vandermeulen
Rik Ringers, journalist, misdaadbestrijder, liefhebber van blonde vrouwen en juweel aan de kroon van uitgeverij Le Lombard komt thuis van een lange dag gevuld met bovennatuurlijke misdaad. Hij springt in de douche, bakt een eitje,  wordt achtereenvolgens geslagen, geschopt, verdronken, beschoten, geradbraakt, vergiftigd, geëlektrocuteerd, gedrogeerd, gekust, verbonden en voor dood verklaard.  Remixer David Vandermeulen  gebruikt prenten uit de volledige reeks om een nieuw verhaal te creëren. Vijf hoofdstukken met klinkende namen heeft Vandermeulen nodig om zijn OuBaPo bewerking van Tibets geesteskind rond te krijgen. OuBaPo, kort voor Ouvroir de Bande Dessinée Potentielle, is een nogal obscure beweging binnen het stripwereldje dat namen als Trondheim tot haar ledenbestand mag rekenen. De OuBaPo beweging gebruikt formele beperkingen om een stripboek tot stand te laten komen. Vandermeulen, de DJ van dienst,  verwijst hier als volgt naar: “De teksten en de beelden in dit verhaal zijn van A.P. Duchâteau en Tibet. Afgezien van enkele gewijzigde uitsneden is er niets aan gewijzigd. Het is een formele beperking die past in de OuBaPo traditie.(p3)” De formele beperkingen die Vandermeulen zichzelf oplegt, zijn die van de Tournering of de grafische re-interpretatie: een auteur eigent  zich de tekenstijl of de personages van een andere auteur toe en creëert zo een nieuw verhaal.  Er zijn vijf hoofdstukken: Rake klappen, waarin Rik het lijdende voorwerp is; Harde maatregelen, waarin Rik de voorwerpen doet lijden; Bittere wraak, waar de vuisten plaats maken voor vuurwapens; Onverwachte ommekeer, waar alle hoop verloren lijkt en R.I.P Rik, waarin onze onversaagde held keer op keer het onderspit lijkt te delven. Alle onderdelen maken deel uit van de stream of consciousness die Vandermeulen de lezer voorschotelt. De opeenvolging van acties, de snelheid die Vandermeulen creëert met wat op de keper beschouwd knip-en plakwerk is, is indrukwekkend. Het strekt Tibet tot eer dat Vandermeulen nergens zijn zelf opgelegde formele beperkingen moest versoepelen: voor elke situatie lijkt er een goede Rik Ringers plaat te vinden zijn. Opmerkelijk is dat elk hoofdstuk een apart verhaal vormt en dat het geheel ook in de omgekeerde richting kan gelezen worden zonder snelheid te verliezen. Vandermeulen draagt het boek op aan Tibet die Rik Remix blijkbaar een fantastisch idee vond. Ik treed hem daarin bij: Rik Remix is een kunststukje, een eerbetoon aan vergane stripglorie, maar of het publiek dat Rik Ringers gelezen heeft in hun tienerjaren erdoor gecharmeerd zullen worden blijft de vraag.  De pop art op de cover gaat alvast niet helpen.
Kwaliteit: goed – Moeilijkheidsgraad: I

donderdag 12 april 2012

donderdag 22 maart 2012

Recensies


De leeswolf begint me te vertrouwen, lijkt me. Ze sturen me 4 strips per keer op om te recenseren. Je hoort me niet klagen. Onderstaand een van de eerste reeksen waar ik niet anders kon dan ze af te branden.

De Verborgen Geschiedenis – Het einde van Camelot
De oude miljonair Howard Hugues slaagt erin om de Amerikaanse maffia er van te overtuigen de Amerikaanse President John F. Kennedy te vermoorden. Hugues draagt een onbeschreven haat voor J.F.K. die hij de ‘Katholiek met Hazentanden’ noemt. Kennedy moet dood en ondanks Hugues’ falende gezondheid slagen zijn plannen wonderwel. Aan de andere kant van de wereld komt Curtis Hawke Saint John Philby op het spoor, de moordenaar van Curtis’ vrouw.  Aangespoord door de magistraat Erlin en een jonge leerlinge stort Curtis zich op de jacht.
De Verborgen Geschiedenis vertelt het verhaal van De Magistraten: halfgoden die sinds het begin der tijden met elkaar strijden om de heerschappij over de mensheid. In Het einde van Camelot is de grootste rol weggelegd voor Erlin, de magistraat van het schild en de penning, die zijn agent Curtis Hawke helpt strijden tegen Saint James Philby, agent van Dyo, de magistraat van de bokaal. Scenarist Pecau geeft lessen in  moderne geschiedenis, maar creëert een alternatieve achtergrond om de gebeurtenissen te verklaren (in dit geval de moord op J.F.K). De combinatie van echte geschiedenis, alternatieve geschiedenis, de zeer uitgebreide mythologie rond de magistraten en hun agenten maakt dat De Verborgen Geschiedenis voor nieuwe lezers een bijna onbegonnen taak is. De introductie van de personages op de binnenflap is veel te summier om met enig begrip van de beweegredenen van de protagonisten aan het verhaal te beginnen. Pecau’s scenario springt van het ene personage naar het andere zonder enige plausibele link en gaat van de ene gebeurtenis naar de andere zonder de lezer wat achtergrond te geven. Het verhaal is rommelig, zit vol met oude clichés (de introductie van een rebelse leerlinge – toevallig met dikke borsten- voor Curtis Hawke, is slechts een van de vele voorbeelden, p27) en maakt het geheel onbegrijpelijk. Liefhebbers van het fantasy genre zullen zich ongetwijfeld door de magistrale covertekening van Manchu en Vatine laten verleiden, maar gaan gegarandeerd teleurgesteld achterblijven. De verwijzing naar Camelot is dan ook goedkoop: geheimen op de bodem van een meer? Gelukkig verzachten de tekeningen van Igor Kordey het lijden. Kordey’s werk schippert tussen sterk realisme (p 28) en summiere schetsen (p35) en slaagt erin Pecau’s gezwam van wat duiding te voorzien. De kracht van de tekeningen wordt nog aangescherpt door het sterke werk van colorist Len O’Grady, die net als Kordey al voor Marvel mocht werken. Je vraagt je af wat die twee met een andere scenarist hadden kunnen bekokstoven.
Kwaliteit: * slecht
Moeilijkheidsgraad: III – voor specialisten

De Verborgen Geschiedenis – Watergate
Watergate schetst de avonturen van een bende nonchalante bush pilots die tijdens het Vietnam conflict de bevoorradingsroutes tussen de verschillende Amerikaanse kampementen moeten openhouden. Het verhaal wordt gekleurd met een streepje Voodoo in de Cambodjaanse jungle terwijl aan de andere kant van de wereld Reka (de magistraat van speer en staf) door haar broer Erlin (de magistraat van het schild en de penning) aan heroïne ten onder gaat.
Naar goede gewoonte in de reeks ‘De Verborgen Geschiedenis’ is Watergate een nieuwe opstapeling van clichés. In deze twintigste editie put scenarist Pecau ongebreideld uit de rijke collectie Hollywood films die het Vietnam conflict als onderwerp hadden. Zonder enige schroom mengt Pecau wederom moderne geschiedenis met zijn eigen verzinsels in een schamele poging tot een alternatieve verklaring voor de gebeurtenissen in het verleden. Apocalypse Now, een van Francis Ford Coppola’s meesterwerken wordt schaamteloos gekopieerd, tot en met de dikke blanke man die in de diepe jungle verscholen zit. Tekenaar Kordey kan niet anders dan een persiflage tekenen van een zwetende Marlon Brando.  Ook in deze editie wordt de eeuwige status quo tussen de Magistraten, halfgoden met ongelofelijke krachten, in stand gehouden. Elke vorm van karakterontwikkeling ontbreekt en de rode draad doorheen de serie is erg ver te zoeken. Pecau aarzelt er ook niet voor om op p23 schaamteloos die andere reeks: Major Arcanum (Pecau-Damien) te pluggen om een onomwonden gat in de verhaallijn te dichten. De bush pilots die geschetst worden en de heroïne die ze moeten smokkelen, zijn rechtstreeks gekopieerd uit de film ‘Air America’, waar een jonge Mel Gibson en een toen nog drugsvrije Robert Downey Jr. de affiche van sierden. De opzet van De Verborgen Geschiedenis is om waargebeurde verhalen van een alternatieve uitleg te voorzien. Watergate geraakt niet verder dan een flauwe kopie. Kordey’s tekenwerk en O’Grady’s inkleuring zijn, zoals verwacht, van een uitmuntende kwaliteit. De covertekening van Manchu en Vatine doen, tegen beter weten in, de onoplettende lezer zin krijgen om de strip open te slaan. Watergate is het eerste deel van een tweedelige cyclus, maar ook hier zal een nieuwe lezer voor een bijna onmogelijke taak staan: het verhaal is zo gefragmenteerd en de introductie zo summier dat de daden van de hoofdpersonages roekeloos en ongegrond lijken. Wederom mag de vraag gesteld worden: wat zouden Kordey en O’Grady tevoorschijn kunnen toveren met een scenarist als pakweg Arleston (verscheidene reeksen) of Leo (verre werelden, Aldebaran,...) aan het roer. Misschien toch even Uitgeverij Sylvester opbellen.
Kwaliteit: * slecht
Moeilijkheidsgraad: III voor specialisten.

Ik krijg een feature in de wolfsprent van maart! Jippies.



woensdag 15 februari 2012

Gepubliceerd!

Ik had het nog ni door! Ze hebben een van mijn recensies in druk gepubliceerd! Hip hoi! In oktober al. Hoe heb ik dat kunnen missen.

Scrollen naar pagina 6 :)


woensdag 23 november 2011

Recensies




Alfa – Fucking patriot.
Voor het tweede seizoen van Alfa nam auteur Jigounov afscheid van de originele scenarist Claude Mythic (Nathasha, Rubine,..) omwille van creatieve verschillen en zorgde zelf voor een stevig scenario. De auteur voegde hier en daar wat nieuwe accenten toe: een love intrest (mét obligate bedscène) (p33) om maar iets te noemen. Jigounov stript hoofdpersonage Tyler van zijn codenaam en waagt zijn hand aan echte karakterontwikkeling. Het valt af te wachten op het vervolg om te kijken of Jigounov die nieuwe verhaalstijl kan hard maken. Alfa is een typische spionage thriller en hoort helemaal thuis in Le Lombards Derde Stroming (met titels als (I.R.$, Niklos Koda en Vlad). Kan ook niet anders: Jigounov is immers een zelfverklaarde fan van William Vance ’s werk (XIII, Bruno Brazil,…) en dat merk je. De tekenstijl is geraffineerder dan die van zijn voorbeeld, maar de actie en establishing shots zouden in een aflevering van Bruno Brazil niet misstaan. Jigounovs echtgenote Nadia, die sinds de start van de reeks in ’96 de inkleuring voor haar rekening neemt, is afgestapt van de pasteltinten die kenmerkend waren voor de vroege edities en kiest in Fucking Patriot voor een aardser pallet wat het verhaal enkel ten goede komt.
Het tweede seizoen van Alfa start met een knal. Dwight Delano Tyler, codenaam Alfa en spion extraordinaire van het Amerikaanse CIA staat voor de moeilijkste opdracht van zijn bewogen carrière: zijn eigen onrechtmatig besmeurde naam zuiveren. De lezer wordt vanaf de eerste pagina meegenomen in een wervelwind van intriges met de Fucking Patriot Alfa in het oog van de storm. Een Russische dubbelagent is er immers in geslaagd om de spanningen tussen de Verenigde Staten en Rusland op de spits te drijven door valse informatie in de handen van het Central Intelligence Agency te stoppen. Een Islamitische zelfmoordterrorist voorzien van een Tjetjeense nucleaire bom zou zich hebben verschanst op een Russische lijnvlucht. De Amerikaanse president heeft geen andere keuze dan het vliegtuig uit de lucht te laten schieten vooraleer de terrorist zijn dirty bomb tot ontploffing kan brengen boven Amerikaanse bodem. De informatie blijkt vals te zijn, maar een van de betrokkenen krijgt berouw en verzendt een gecodeerde boodschap om zijn geweten te zuiveren voor hij zelfmoord pleegt. Die boodschap komt bij Alfa terecht en de dubbelagent ziet zijn kans schoon om de schuld voor het onnodig vernietigen van de Aeroflot vlucht bij Alfa te leggen. Alfa, die op dat moment zijn leven probeert te ordenen, wordt hard wakker geschud en moet vluchten. Met The Agency op de hielen duikt Alfa onder.
Kwaliteit: ***
Graad: II


De Autoreportages van Margot - De Godinnen van de weg
Met De Godinnen van de Weg leveren Marin, Metapat en Van Der Zuiden een pareltje in een het erg oude genre van de auto strip af. Marin bedient zich van een klare lijn stijl die door weinigen geëvenaard is, en slaagt erin de auto’s en statische achtergronden erg overtuigend vast te leggen.  Spijtig genoeg is het net die tekenstijl die in sommige panelen de personages onhandig of onaf doet overkomen (p9, 17). Dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de inbreng van Emilio Van Der Zuiden, een storyboard artist die zijn vak verstaat (p34-36-40). De manier waarop de zeldzame actie in beeld komt, smaakt naar Michel Valliant, toen Graton nog zelf de planches vulde.  Metapat, de relatief onbekende scenarist, doet zijn werk en creëert een sfeer van bourgeoisie en glamour waar de vroege jaren van rally nog steeds mee geassocieerd worden, maar blijft netjes binnen de lijnen van het genre kleuren: goeden, slechten en een happy end. Metapat creëerde personages die vol zitten van jaren 60 clichés, waar de gemiddelde feministe een punthoofd van zou krijgen.  Het is er zo over, dat het met opzet moet gebeurd zijn om Van Der Zuidens pin-up artist talent tot zijn volle recht te laten komen (p5,15,27,…).
De zomer van ‘60 is in het land en nergens raakt de zon het strand zoals aan de Franse Riviera. Onderzoeksjournaliste Margot en haar beau Louis Foilleret bekomen van hun recente avonturen in een klein hotelletje, niet ver van het turquoise water. Louis heeft erg grote plannen en een stevige juweliersrekening wanneer zijn prille huwelijksplannen in het water belanden door een telefoontje. Louis is immers een van de beste ingenieurs die bandengigant Michelin op stal heeft en zijn werkgever heeft net besloten dat Louis’ vakantie erop zit. Waterstone, Michelins grote Amerikaanse concurrent wil de Europese markt veroveren en de arme Louis wordt teruggeroepen naar Parijs om het project rond een nieuwe revolutionaire band af te krijgen om zo de Amerikanen te snel af te zijn.  Margot heeft de pest in en onderweg botsen ze letterlijk op Michelle en Luc, een koppel op weg naar de Coupe Des Demoiselles, een rally die vrouwelijke coureurs de kans geeft om hun kunsten te tonen.  Voor Louis is het de gedroomde kans om promotie te voeren voor Michelins nieuwste ontwikkeling en met Margot aan het stuur belooft het een stevig avontuur te worden.
Kwaliteit: ***
Graad: I

donderdag 6 oktober 2011

Ralph Azham


Ralph Azham – Lieg je tegen de mensen van wie je houdt?
Lewis Trondheim is niet van de minste en heeft een prijzenkast die zijn talent en productiviteit onderstreept. Deze Franse meester is actief sinds de jaren 80, maar blijft vernieuwen. De Donjon reeks  is zonder twijfel zijn best gekende werk en grootste commerciële succes. Toch heeft Ralph Azham alles in huis om prima donna Donjon naar de kroon te steken. Lieg je tegen de mensen van wie je houdt?  is het eerste deel in een cyclus van drie in Trondheims beproefde stijl die zware thema’s als verlies, eenzaamheid en verloren liefde met zwarte humor kruidt. De vrolijke,  bijna kinderlijke tekenstijl  biedt het nodige tegengewicht. Trondheims vrouw Brigitte tekende voor de inkleuring die sterk bijdraagt tot de melancholie van het hoofdpersonage, maar de pasteltinten zorgen bij de flashbacks(p13,19,34) voor wat verwarring. Het duurt een tijdje voor je door hebt dat de chronologie van het verhaal wordt verbroken.  In lieg je tegen de mensen van wie je houdt? brengt Trondheim ons naar een dorpje in het koninkrijk Astolië dat constant onder bedreiging staat van de kwade horden van heer Vom Syrus. Maar het rijk is niet zonder verdediging! Tijdens elke conjunctie van Astolië ’s blauwe manen worden er inwoners van het rijk uitverkoren. Ze zijn te herkennen aan hun blauwe kleur. Ralph is zo’n uitverkorene, maar de krachten die de manen hem hebben gegeven zijn zo zwak dat hij niets kan uitrichten tegen de hordes die het rijk bedreigen. Ralph kan immers voorspellen hoeveel kinderen iemand zal krijgen en dat is nu eenmaal niet erg handig in een gevecht. Het orakel van Astolië bevestigt zijn status dan ook niet  en Ralph wordt bij zijn terugkeer van het Orakel al snel de paria van het dorp.  Als de manen bij de nieuwe conjunctie opnieuw iemand blauw kleuren, komen oude zondes aan het licht en neemt Ralph het tegen zijn zin toch op tegen de vijanden van zijn dorpje.  Trondheim creëert een sympathieke antiheld: ongeliefd door een omgeving die hem steeds wreder en wreder behandelt. De lezer kan niet anders dan van de eerste pagina aan de kant van het slungelachtige hoofdpersonage staan terwijl hij zich van het ene misverstand naar het andere beweegt. Het eerste deel van deze Ralph Azham trilogie is een pareltje, maar zoals wel vaker voorkomt, is deze eerste aflevering een pilot die de lezer hongerig moet maken naar het vervolg. De lezer heeft dan de keuze: wachten op de verzamel box of zich nu een beetje ergeren aan de cliffhanger.
**** zeer goed, opvallend
I makkelijke lectuur








dinsdag 27 september 2011



De Reportages van Lefranc -  De Atlantische Muur 
Jacques Martin draaide erg lang mee als scenarist, tekenaar en colorist voor zijn dood in januari 2010. Als aanhanger van de Brusselse school en oudgediende van Studio Hergé heeft hij een sterke indruk nagelaten op het medium, niet in het minst door zijn aandacht voor detail en geschiedenis. Martins populairste geesteskinderen: Alex ( een reeks die zich in de klassieke oudheid afspeelt) en Lefranc (de reeks rond de journalist Guy Lefranc die met zijn sidekick Jean-Jean allerhande avonturen beleeft en dat zich in de moderne tijd afspeelt) zijn daar beiden mooie voorbeelden van. De Atlantische muur kan gezien worden als een voorstudie om Lefrancs nieuwe avontuur Kinderen van de Bunker (Casterman, 2011) voor te bereiden en  lijkt nog het meeste op een journalistiek document. Met Reportages van Lefranc als ondertitel dekt de vlag de lading. Het voorwoord van historicus Rémy Desquesnes, expert inzake hedendaagse geschiedenis met een waslijst van gepubliceerd werk over Wereldoorlog II zet meteen de toon. In een zeer vlotte stijl schetst Desquesnes de gebeurtenissen die geleid hebben tot de bouw van Hitlers Atlantikwal om de deur te openen naar de zeer goed onderbouwde tekst van researchers Olivier Pierson en Isabelle Bournier.  De reportage (bij gebrek aan een betere omschrijving) is opgemaakt als een echte chronologie van de gebeurtenissen in de vooravond van de tweede wereldoorlog en verhaalt het ontwerp, de bouw en de uiteindelijke val van de Atlantische muur.  De eerste pagina’s na het voorwoord zijn nogal steriel en doen sterk denken aan de geschiedenisboeken die men in het secundair al eens placht te gebruiken: zwart/wit foto’s, landkaartjes en grote zware blokken tekst. Maar dat duurt helemaal niet lang: op pagina 6&7 vindt de geduldige lezer de eerste prent van Olivier Weinberg, een relatief nieuw talent in de stal van Uitgeverij Casterman.  Weinberg beheerst zijn kunst: dwarsdoorsneden van kazematten, schematische weergaven van de bouwwerven van de Organisation Todt (p16,26,27), hij lijkt er plezier in te hebben. Op de paginagrote prenten slaagt hij erin om de schaal van de gebeurtenissen tijdens WO II weer te geven en een beeld te schetsen van het immense werk van de dwangarbeiders of de angst van de soldaten aan beide kanten op Omaha Beach (p42&43). Een aanrader voor zowel geschiedenis- als stripliefhebbers.
Kwalitatieve beoordeling: ***
Moeilijkheidsgraad: II vraagt inspanning



De Republiek – Echelon
Het is een hele tijd geleden sinds Le Gall en Frisco’s laatste worp Immuniteit  in de rekken lag, maar het duo is het nog niet verleerd. De republiek is een politieke thriller pur sang: de Franse president Edouard Montfaure wordt in het nauw gedreven door zijn vurigste tegenstander: oppositieleider Constant Kérel. Kérel is in een vorige editie naar buiten gekomen met het nieuws dat Montfaure een moord pleegde voor hij de trappen van het Élysée besteeg en met het oog op de nakende presidentsverkiezingen kan Montfaure dit natuurlijk missen als kiespijn. Kérels pogingen om de president door het hoog gerechtshof officieel te laten afzetten zorgt voor een stevige dynamiek tussen de beide personages met het presidentschap als inzet.  De twee kemphanen voeren een verbeten strijd om de publieke opinie en Montfaure is niet te beroerd om de agenda van de  geheime P416 groepering te gebruiken voor zijn eigen gewin.  De groepering plant een aanslag op de Amerikaanse president tijdens een internationaal congres rond milieu en tracht tegelijkertijd Kérel zwart te maken door stukken van zijn verleden op te rakelen. Het vervolg is een wervelwind van intriges en politiek gekonkelfoes waar geen duidelijke winnaars of verliezer zullen uitkomen.  Een mooie cliffhanger zet de deur open voor het voorlaatste deel in deze cyclus. Remy Le Gall is een verdienstelijke scenarist en dankzij zijn ervaring als industrieel lobbyist geeft hij de lezer in Echelon een wel erg plausibele kijk op het reilen en zeilen in het  Élysée, het summum van de Franse politiek. Le Gall omschrijft De Republiek zelf als: een 5-delig mandaat in realistische politieke fictie. Die omschrijving is tekenend voor Le Galls woordgebruik en de manier waarop hij het verhaal vorm geeft. Echelon is geen gemakkelijk leesvoer: de grote blokken tekst drukken Frisco’s tekeningen helemaal weg en geven de indruk dat je een erg uitgebreid geïllustreerde politieke roman aan het lezen bent. Dit gebrek aan ruimte lijkt er voor te zorgen dat Frisco’s tekeningen soms geforceerd aandoen( p27,33). Terwijl het duidelijk is dat de mysterieuze tekenaar, die volgens zijn uitgeverij Casterman onder verscheidene pseudoniemen en tekenstijlen opereert, erg getalenteerd is (p24 &25: cour d’honneur en de senaat). De opzet van De Republiek maakt dat nieuwe lezers het erg moeilijk zullen hebben om de reeks bij Echelon op te pikken, zelfs fans van het genre én van de serie zullen de vorige edities nog even moeten doorbladeren om zich opnieuw vertrouwd te maken met Kérel, Montfaure en de knappe Cavendish. Een brok voor zowel doorwinterde stripliefhebber als de politiek journalisten!
Kwalitatief: **** zeer goed
Moeilijkheidsgraad: III moeilijk, voor specialisten

maandag 29 augustus 2011

Recensies


Swamp Thing – Deel 4
Het witte krokodilachtige wezentje Swamp zag het levenslicht in de vroege nillies maar kwam pas echt in de spotlight in 2006 tijdens de stripwedstrijd van Het Parool, een Nederlands dagblad. Floris Oudshoorn, scenarist en tekenaar kaapte de tweede plaats weg en kreeg publicatieruimte. Swamp, Stikey het stekelvarken, Teddy de Beer en de politie-aapjes vormen samen met Tofu de geweldige een vaste cast waar Oudshoorn zich duidelijk goed bij voelt: vijf jaar na zijn doorbraak ligt ‘Deel 4’ in de winkelrekken, uitgegeven door Oog&Blik, een imprint van De Bezige Bij. Deze uitgeverij is niet van de minste, met reeksen zoals Tardi’s Sluipschutter, Trondheims Vloek van de paraplu en iets dichter bij Oudshoorns genre: Windigs Heinz en Pieter de Poortere’s Boerke. Oudshoorns tekenstijl is glad, scherp en komt goed tot zijn recht dankzij de simpele pagina- indeling: gag stroken met drie vakjes worden afgewisseld met paginabrede single frames (pag 5) en worden door Bunk Timmer volgens een erg vast stramien van kleur voorzien: scherp en primair in de voorgrond, pastel op de achtergrond. Een look & feel die meteen herkenbaar is als een gag-album en die door haar herkenbaarheid meteen verwachtingen creëert. Net zoals de vorige edities zijn een hele hoop stroken voorgepubliceerd in Het Parool en Veronica magazine maar tijdens het lezen kan je niet anders dan je afvragen wat de selectiecriteria van de respectievelijke hoofdredacteurs waren. Na een paar pagina’s wordt snel duidelijk dat Oudshoorn zich de stijl en absurde humor van zijn genregenoten Marc Retera of de Belgische Nix probeert aan te meten. Spijtig genoeg slaagt hij er niet in om zijn absurde humor te doen overkomen zodat het geheel erg snel verzandt in een moeras van voorspelbaarheid en clichés. Het niveau van Oudshoorns humor is zo beschamend laag dat de schaarse brokjes originaliteit er compleet hilarisch door lijken. Het is wachten tot pagina 25 vooraleer Swamp Thing de verwachtingen die het drie vaks format creëert met gorilla’s inlost. Oudshoorns geesteskind is erg populair in Nederland en dat is oogenblik/de bezigebij natuurlijk niet ontgaan. De uitgeverij is helemaal van plan om met Swamp Thing in het populaire gag-genre ook ten zuiden van de landsgrenzen wat geld in het laatje te brengen. Het valt nog af te wachten of de zwaargewichten van het genre (DirkJan, Heinz of iets dichter bij huis: Kinky&Cosy) hun schapruimte in de Belgische stripspeciaalzaken zullen moeten afstaan.
Kwalitatieve beoordeling: ** Matig
Moeilijkheidsgraad: I makkelijke lectuur.

donderdag 23 juni 2011

Vrouwen in 't Wit

Zonder twijfel de moeilijkste tot nu toe:


Vrouwen in het Wit – Als een zwerende vinger & Bloedlegerig
Cauvin, de ouderdomsdeken van het striptekenaarsgilde en zijn poulain Bercovici mogen met recht en reden grootmeesters van de gag genoemd worden: Agent 212, De Psy, Cédric en de Gieren zijn slechts een kleine greep uit Cauvins oeuvre en Bercovici, 'Berco' voor de vrienden, heeft met zijn Grand Panic Circus en de Cactus Club zijn laatste visuele gag nog niet getekend. Beide heerschappen zijn al jaren goed op elkaar ingespeelde maatjes ( Cauvin ontdekte Bercovici tijdens een signeersessie, ergens in de diepe jaren 80) en dat merk je ook aan hun werk. Cauvin is op zijn best in dit medium en slaagt er steeds in om in een genre waar je van zou verwachten dat alles allang is gezegd iets nieuws te verzinnen. Als een zwerende vinger en Bloedlegerig zijn respectievelijk editie 32 & 33 van hun bestseller reeks Vrouwen in 't wit en ook al is de humor niet van dat niveau dat je er schuddebuikend uit je zetel van valt, is het toch moeilijk om de boekjes niet in een keer uit te lezen. Ook in deze edities mogen we op een aantal usual suspects rekenen: de vrolijke poetsvrouwen (in 'Als een zwerende vinger' wordt op p18 zelfs verwezen naar een vroeger album om de spanning en misschien de verkoop wat op te drijven!), de jonge dokteres en haar neurotische ouders,... Bercovici & Cauvin schuwen geen enkel cliché en werken met zorg alle kleine kantjes af die aan een ziekenhuis en het onvermijdelijke bezoek behoren. Bercovici heeft in het verleden bewezen verscheidene tekenstijlen machtig te zijn, maar voor Vrouwen in 't Wit houdt hij het bij zijn meteen herkenbare grillige en cartooneske lijnvoering. Berco suggereert de karakters met een slechts een paar lijnen, negeert proportie en menselijke anatomie en creëert grote vlakken, klaar om door Studio Leonardo van de harde, bijna primaire kleuren voorzien te worden die tekenend zijn voor het merendeel van de Dupuis reeksen. Het zal de ongeruste echtgenotes en lanterfantende chirurgen die Bercovici's pagina's vullen worst wezen. Van exorcisme tot bedpannen, van jaloezie tot openbare dronkenschap, alles is bespreekbaar en alles mag rekenen op een vleugje absurditeit. Vrouwen in 't Wit: niet innoverend, maar goed gemaakt in een genre dat niet kapot kan.

dinsdag 31 mei 2011

Strips!

Recent gerecenseerd!
Djinn 9 – De Gorillakoning
Jean Dufaux is een bezige bij. Zijn immense fantasie gaf leven aan series zoals Murena met Philippe Delaby, Jessica Blandy met Renaud Denauw, Niklos Koda met Olivier Grenson, Kruistocht met Philippe Xavier en De Aasgieren met Enrico Marine. De lijst is even lang als indrukwekkend. Dufaux' bibliografie leest als een who is who van het Franse en Belgische striptekenaarsgilde: hij weet voor elke nieuwe reeks een verse tekenaar te strikken. Voor Djinn voegde hij de Spaanse Ana Miralles toe aan zijn uitgebreide collectie. De Gorillakoning is de afsluiter van zijn Afrikaanse cyclus.
In deze aflevering volgen we het verhaal van Kim Nelson, een jeugdige avonturier die het verhaal en de legende die haar grootmoeder Jade in Afrika naliet, probeert te volgen. Jade is een incarnatie van een Djinn, een demon die niet kan liefhebben maar die de macht heeft begeerte op te wekken. Aan de start van het verhaal gaan we terug in de tijd en heeft Jade de Orushi stammen verenigd en leidt zij de onderhandelingen voor een hertekening van de grenzen tussen de zwarte stammen en de blanke kolonisten. Haar macht voldoet echter niet en Jade ziet zich genoodzaakt de Gorillakoning op te zoeken: een legendarische leider die van haar de ware koningin van Afrika kan maken. In het heden voltooit Kim Nelson haar zoektocht naar de Zwarte Parel, een relikwie van haar grootmoeder en een kleinood dat ook door Zymba Motta, de lokale potentaat wordt begeerd. Motta wil een groot leider worden en gelooft dat de parel hem hierbij kan helpen. Maar dan moet hij hem eerst te pakken krijgen...
Dufaux pleegt in De Gorillakoning geen stijlbreuk: sex, geweld, intriges, alle gekende elementen van de Djinn reeks zijn aanwezig, inclusief het ellenlange voorwoord dat het midden houdt tussen een horoscoop en een stationsromannetje. Een feature die in elke editie terugkomt en meer verwarring brengt dan dat het de vorige episodes opfrist. Een kleine hickup in een verder foutloze uitvoering.
De tekeningen springen van de pagina's en zorgen ervoor dat de vele seksscènes stijlvol blijven (p1,36). Miralles, een klassiek geschoolde kunstenares, slaagt erin om de meest weidse scenes te schetsen met een minimum aan detail (p4,6,9,24,43) en geeft het geheel een snuifje duizend-en-een-nacht. De lofbetuigingen aan haar adres op het einde van Dufaux' paginalange voorwoord zijn dan ook op hun plaats.
Kwalitatieve beoordeling: *** Goed
Moeilijkheidsgraad: II


DJinn 10 – Het Paviljoen der lusten
Jean Dufaux is een workaholic. Deze getalenteerde scenarist is verantwoordelijk voor meer dan twintig reeksen die allen door een erg breed publiek gesmaakt worden, de recensenten incluis. Een greep uit de titels van zijn hand: Murena, Jessica Blandy, Niklos Koda, Kruistocht, De Aasgieren, ga zo maar verder. Stuk voor stuk commerciële successen die met grote stapels tegelijk in de meeste stripwinkels te vinden zijn. Dargaud, zijn uitgeverij, begrijpt dit maar al te goed en geeft hem de kans om met de meest uiteenlopende tekenaars samen te werken: Delaby, Denauw, Grenson, Xavier, Marine,... Dufaux' telefoonboekje leest als een who is who van de Frans-Belgische stripscène. Voor de Djinn reeks kan Dufaux rekenen op de kunstige stijl van Ana Miralles, een klassiek geschoolde Spaanse die Djinn haar kenmerkende Duizend-en-een-nacht look bezorgt. Dufaux laat niet na aan het einde van elk van zijn te lange voorwoorden haar met bloemen te overladen. Hij heeft gelijk te over.
Djinn 10 – Het Paviljoen der lusten is een aaneenschakeling van geweld, sex en mystiek. Het vooroorlogse Indië wordt op een indrukwekkende manier afgebeeld (p23,42) met een uitgebreide kijk op de (al dan niet verzonnen) rituelen van de toenmalig heersende kasten (p28-33).
De tiende aflevering van Djinn betekent de start van de derde cyclus die helemaal rond India zal draaien. In Djinn 10 – Het Paviljoen der lusten gaan we terug de tijd in; Indië, net voor de eerste wereldoorlog. De Maharadja zal binnen een maand trouwen met Tamila Sing, de dochter van Kolonel Sing, een opstandeling die zich tegen de Engelse kolonisten verzet. De Maharadja is de zaak van de kolonisten goed gezind en de Engelsen hopen op hun beurt dat het verstandshuwelijk tussen de Maharadja en de dochter van de opstandige kolonel het einde van de vijandelijkheden zullen betekenen. Dit is buiten de moeder van de Maharadja gerekend die de Djinn Jade aantrekt om haar toekomstige schoondochter zo onweerstaanbaar te maken dat haar zoon alles doet wat ze hem opdraagt. De moeder hoopt de zoon zo weer in het juiste kamp te krijgen en geeft Jade de sleutel van het paviljoen der lusten om de transformatie van het jonge meisje te doen slagen. Een taak waar Jade zich met haar gekende stijl van kwijt.
Kwalitatieve beoordeling: *** Goed
Moeilijkheidsgraad: II